De dood en opstanding van Jezus – Fictie of feit?

Misschien heb jij pasgeleden een keuze gemaakt om een volgeling van Jezus te worden op basis van een preek, iets dat je gelezen hebt of op basis van een persoonlijke ervaring. Misschien ervaar je dat je vergeven bent van je zonden en dat je een relatie hebt met God. Misschien voel je dit niet zo.

Omdat alleen gevoel geen goede basis is om ons leven op in te richten, is het belangrijk om wat je gelooft te kunnen onderbouwen met feiten. Ook het is goed om aan familieleden, vrienden en collega’s die deze ervaring niet delen, uit te kunnen leggen waarop jouw vertrouwen in Jezus gebaseerd is.

In deze blog wil ik tien feiten met je delen over de dood en de opstanding van Jezus.

Tegenargumenten

Door de eeuwen heen is er veel gediscussieerd over de dood en opstanding van Jezus. De bekendste bezwaren zijn:

1/ Jezus is niet gestorven aan het kruis, maar men dacht dat Hij dood was.

2/ Jezus is niet opgestaan uit de dood, Zijn lichaam is gestolen.

3/ Een tweelingbroer, een lookalike van Jezus, stierf in Jezus’ plaats.

4/ De volgelingen van Jezus zagen Hem na zijn dood in een hallucinatie.

Als volgers van Jezus willen we niet weglopen voor logische argumentatie. Laten we dus eens kijken naar 10 redenen waarom wij geloven dat deze argumenten onjuist zijn op basis van de feiten die we lezen in de Bijbel en citaten in historische boeken uit de tijd van Jezus.

1/ Jezus’ opstanding is vooraf voorspeld

Ongeveer zevenhonderd jaar voor de geboorte van Jezus, beloofde de profeet Jesaja dat Jezus geboren zou worden in nederige omstandigheden, dat hijn een brute dood zou sterven en op zou staan uit de dood om onze zonden weg te nemen.

Een van die profetieën lezen we in Jesaja 53

Jesaja 53:5 NBV

Om onze zonden werd hij doorboord,

om onze wandaden gebroken.

Voor ons welzijn werd hij getuchtigd,

zijn striemen brachten ons genezing.

Er zijn enorm specifieke details die honderden jaren voor de dood van Jezus aangekondigd zijn, inclusief de manier waarop Jezus zou sterven, de locatie van de geboorte van Jezus en de exacte dag in het jaar waarop Hij zou sterven. De geschiedenis van het leven en de dood van Jezus is een samenloop van juist deze feiten. Het is onmogelijk om je eigen dood met zoveel detail in scene te zetten.

2/ Jezus kondigde Zijn dood en opstanding aan

Jezus sprak regelmatig over zijn dood en opstanding. Hij voorspelde letterlijk dat Hij zou sterven en op de derde dag weer zou opstaan.

3/ Wat Jezus meemaakte kan een mens niet overleven

De martelingen die Jezus doorstond zijn onmogelijk te overleven. Een aantal feiten op een rij:

  • Jezus onderging schijnrechtszaken en mishandelingen zonder veroordeeld te worden.
  • Hij werd gegeseld, een marteling waar veel mensen door stierven, zelfs voordat ze gekruisigd werden.
  • Jezus werd gekruisigd, een beul verklaarde hem dood door een lans in zijn zij (zijn hart) te steken. Dit gaf het medische bewijs dat zijn bloed en water van elkaar gescheiden was.
  • Jezus’ lichaam werd gewikkeld in zo’n 50 kilo linnen.  Als hij toen nog leefde, zou hij zeker zijn gestikt.
  • Zelfs al zou hij dit overleefd hebben (dat zou een wonder zijn) dan nog zouden de drie dagen in het graf zonder eten, water en medische verzorging Hem de das om hebben gedaan.

Kortom, Jezus stierf.

Jezus werd geïdentificeerd aan het kruis door zijn beste vriend Johannes  en Maria zijn moeder, die aanwezig waren bij de kruisiging.

4/ De locatie van het graf was bekend

Hij werd begraven in een graf van een rijke man. Ook dit was ongeveer zevenhonderd jaar voor de geboorte van Jezus voorspeld.

Dit maakte het graf gemakkelijk vindbaar en gemakkelijk te bevestigen. De discipelen en vrouwen die het graf bezochten, de soldaten die het graf bewaakten en politieke leiders wisten allemaal waar Jezus’ lichaam gelegen had toen het graf leeg bleek te zijn.

5/ De Romeinen en discipelen hadden geen belang bij een mythe van opstanding

De Romeinen

Eén van de belangrijkste redenen dat Jezus gekruisigd werd is dat Pilatus geen behoefte had aan een opstand. Hij wist dat Jezus onschuldig was, maar om politieke redenen ging hij ermee akkoord. Hij werd namelijk de koning van de Joden genoemd. Om het risico te vermijden dat er een verhaal ontstaond over de opstanding van Jezus liet hij het graf bewaken. De Romeinen hadden geen belang bij een mythe over Jezus de zoon van God, opgestaan uit de dood.

De discipelen van Jezus

Tien van de overgebleven elf discipelen stierven voor hun geloof. Als ze het verhaal hadden verzonnen om zelfzuchtige redenen, dan zouden ze nooit allemaal bereid zijn om te sterven voor dit fictieve verhaal.

De familie van Jezus

Jakobus (de halfbroer van Jezus) geloofde tijdens Jezus’ bediening niet in Jezus.

Johannes 7:5 NBV

Ook zijn broers geloofden namelijk niet in hem

Laten we reëel zijn. Zou jij geloven dat jouw broer de zoon van God was? En toch zien we dat zijn broer Jakobus én zijn moeder Maria beiden volgelingen werden van Jezus. Jakobus werd zelfs een leider in de kerk en schreef de brief ‘Jakobus’. Waarom geloofde Jakobus dan uiteindelijk toch in Jezus? Omdat Hij hem zag toen Hij uit de dood opgestaan was=

1 Korintiërs 15:7 NBV

7 Vervolgens is hij aan Jakobus verschenen en daarna aan alle apostelen.

Ook Maria was actief in de vroege kerk.

Handelingen 1:14 NBV

Vurig en eensgezind wijdden ze zich aan het gebed, samen met de vrouwen en met Maria, de moeder van Jezus, en met zijn broers.

Omdat de dood en opstanding van Jezus de kernboodschap was van de kerk, moest zij wel overtuigd zijn geweest van het feit dat Jezus gestorven en opgestaan was uit de dood. Het overtuigen van anderen dat je God bent is één ding, maar het overtuigen van je eigen familie, dat is iets geheel anders.

6/ Jezus verscheen fysiek voor grote groepen ooggetuigen

Jezus verscheen fysiek op verschillende momenten aan groepen mensen tegelijkertijd. We hebben het hier onder andere over vissers, nuchtere arbeiders die Jezus tegelijk zagen. Over een periode van 40 dagen verscheen Jezus op verschillende momenten, soms voor groepen zo groot als 500 mensen tegelijkertijd.=

1 Korintiërs 15:6 NBV

Daarna is hij verschenen aan meer dan vijfhonderd broeders en zusters tegelijk, van wie er enkelen gestorven zijn, maar de meesten nu nog leven.

Deze beschrijvingen zijn zo gedetailleerd dat Jezus zelfs met hen at en een BBQ met vis voor hen had voorbereid. Maria hield Hem vast. Thomas, die het niet geloofde, raakte met zijn hand zijn Zijn aan. Dit waren geen visioenen, maar fysieke handelingen.

7/ Jezus werd herkend door zijn familie en volgelingen na zijn opstanding

Zijn lichaam was dezelfde als zijn fysieke lichaam.

  • Maria herkende zijn stem toen Jezus haar voor het graf toesprak.
  • Jakobus herkende Jezus

Hij werd niet gelijk herkend, omdat zijn lichaam getransformeerd, verheerlijkt, was.

Maar zijn volgelingen herkenden Hem en waren getuige van het feit dat Hij leefde.

8/ Er zijn actuele verslagen van ooggetuigen

Een aantal ooggetuigenverslagen die we in de Bijbel lezen zijn vrij snel na de dood en opstanding van Jezus geschreven. Markus noemde bijvoorbeeld de naam van de hogepriester niet die betrokken was bij de dood van Jezus, waarschijnlijk omdat hij verwachtte dat de lezers zouden weten over wie het gaat. In die korte tijd had zich nog geen ‘legende’ kunnen ontwikkelen. Deze feiten werd genoteerd door ooggetuigen, niet alleen door mensen die hiervan gehoord hadden.

9/ De opstanding van Jezus werd bevestigd door Zijn grootste ‘haters’

Eén voorbeeld hiervan is Paulus, die betrokken was bij het vervolgen van Christenen en later tot geloof kwam. Paulus is degene die schrijft dat als Jezus niet uit de dood is opgestaan, ons geloof nutteloos is.

10/ De opstanding van Jezus werd gezien als een feit

De boodschap van de vroege kerk baseerde zich op de opstanding van Jezus. Als de opstanding van Jezus ter discussie stond, zou de groei (en wellicht de tegenstand) van de vroege kerk onverklaarbaar zijn.

De discussie ging dan ook niet of het graf leeg was, maar waarom het graf leeg was. Het feit dat het graf leeg was, werd niet tegengesproken.

Historici en Jezus

Historici uit de tijd van Jezus stelden de opstanding van Jezus niet ter discussie.

“In die tijd leefde Jezus, een wijs man, voor zover het geoorloofd is hem een man te noemen. Hij verrichtte namelijk daden die onmogelijk geacht werden, en hij was leermeester van mensen die met vreugde de waarheid tot zich namen. En veel Joden alsook velen van de Grieken bracht hij tot zich. Hij was de Christus. 64Ook nadat Pilatus hem op aanwijzing van de eerste mannen bij ons de straf van het kruis had opgelegd, gaven zij die het eerst in liefde waren gaan leven niet op. Hij was namelijk aan hen verschenen op de derde dag, opnieuw levend. De goddelijke profeten hadden die dingen en ontelbare andere wonderlijke dingen over hem gezegd. Tot op de dag van heden is de naar hem genoemde groep van de christenen niet verdwenen.”

Joodse historicus Josephus Flavius 93 N.C.

Ook de historici Suetonius en Plinius de Jongere, schreven over Jezus en zijn volgelingen.

Feit, geen fictie

Ik ben niet alleen overtuigd op basis van een instinctief gevoel dat Jezus de Zoon van God is die gestorven en opgestaan is voor mijn zonden. Feitelijk gezien kan ik geen andere conclusie trekken. Ik geloof dat als jij de feiten onderzoekt, jij tot dezelfde conclusie zal komen.