Van geluk naar betekenis
In Prediker schrijft Salomo over de leegte van het bestaan en alles wat er is ‘onder de zon’. Als Salomo in Nederland had gewoond, zou hij gesproken over ‘alles wat er is onder de wolken’. Salomo refereert namelijk naar het leven vanuit een puur natuurlijk, misschien wetenschappelijk perspectief.
Als je geluksmomenten vanuit een puur natuurlijk perspectief bekijkt, dan begrijp je misschien wat Salomo bedoelt met ‘alles is leeg’. Als liefde niets meer is dan een chemische reactie tussen mensen, als er geen leven is na de dood, dan kan ik me goed indenken dat je tot deze conclusie komt.
Maar Salomo beschrijft even later in Prediker een geluk dat meer over voldoening spreekt:
“Welk voordeel heeft hij die werkt, van datgene waarvoor hij zwoegt? Ik heb gezien welke bezigheid God de mensenkinderen gegeven heeft om zich daarmee te vermoeien. Hij heeft alles op zijn tijd mooi gemaakt. Ook heeft Hij de eeuw in hun hart gelegd, zonder dat de mens het werk dat God gedaan heeft, van het begin tot het eind kan doorgronden. Ik heb gemerkt dat er voor hen niets beter is dan zich te verblijden en het goede te doen in hun leven, ja ook, dat ieder mens eet en drinkt en het goede geniet van al zijn zwoegen. Dat is een gave van God. Ik weet dat alles wat God doet, voor eeuwig blijft; niets is eraan toe te voegen, niets ervan af te doen, en God doet het opdat men vreest voor Zijn aangezicht.”
Prediker 3:9-14 HSV
Hier zien we een ander perspectief. Voor het eerst refereert de prediker naar God én de eeuwigheid. God heeft de eeuwigheid in ons hart gelegd. Hij heeft ons een bewustzijn gegeven dat er meer is dan alleen dit leven. Interessant dat wanneer we nadenken over betekenis, we vaak direct een link leggen met wat er gebeurt na de dood. Veel mensen geloven dat er meer is dan dit leven. Ook geeft Salomo aan dat we dit niet van begin tot eind kunnen doorgronden. We hebben misschien veel vragen over de eeuwigheid. Maar ergens lijken we te weten dat er meer is.
Wanneer we een perspectief hebben van eeuwighedeid gebeuren er drie belangrijke dingen. Ten eerste zegt Salomo, vinden we het belangrijk om het goede te doen in het leven. Waar genade soms wordt gebracht als een boodschap waarin het niet uitmaakt wat we doen, zegt Salomo dat het juist uitmaakt wat we doen in het leven. Om met Gladiator termen te spreken: Wat de doen in het leven, echoot door tot in eeuwigheid. Met een perspectief van de eeuwigheid maakt het juist uit wat we doen met de tijdelijkheid van ons bestaan. We hebben een beperkte tijd. Laten we dit goed gebruieken.
En dan gebeurt er iets verrassends. Ten tweede schrijft de prediker over het genieten van onze geluksmomenten. Refererend naar ons bewustzijn van de eeuwigheid, spreekt hij opeens over het genieten van de vruchten van ons werk. Dat, zegt Salomo, is een gave van God. Dit lijkt het begin van zijn betoog compleet tegen te spreken.
Zei hij niet eerder dat alles leeg is? Het verschil zit in zijn perspectief. Vanuit het perspectief ‘onder de zon’ is al het geluk leeg. Vanuit het perspectief van de eeuwigheid is ieder geluk een gave van God. Geluksmomenten zijn kleine samples van de eeuwigheid die we zullen ervaren met God. Wat een cadeau zijn alle goede momenten in het leven!
Het derde wat er gebeurt is dat een besef van eeuwigheid ons helpt om ons minder te fixeren op het negatieve. Wat God doet, blijft voor eeuwig. Een besef van eeuwigheid geeft ons een hoop in de meest zware omstandigheden. Wanneer het tegenzit beseffen we ons dat geluksmomenten tijdelijk zijn. Hetzelfde geldt voor ongelukkige momenten. Geluksmomenten komen en gaan. Maar de eeuwigheid is een constant perspectief waar we ons aan vast kunnen houden. Een eeuwig perspectief waar we ons tijdelijk bestaan voor willen inzetten.
Hoe wordt je dan een beetje meer gelukkig? Daarover meer in de komende week.